Werkgevers worstelen met het bepalen van de effecten van inclusiebeleid

Effecten van beleid zijn niet altijd duidelijk; een goede meting kan hierbij helpen.

UTRECHT, Onderzoek van de Nederlandse InclusiviteitsMonitor en de Universiteit Utrecht laat zien dat diversiteits- en inclusiemaatregelen niet altijd het gewenste effect hebben. Soms hebben maatregelen zelfs onbedoeld een negatief effect of werken verschillende initiatieven elkaar tegen. Daarom is het van belang dat organisaties de effectiviteit van hun initiatieven bepalen, maar daar blijven nog veel kansen liggen. Vandaag brachten de Nederlandse InclusiviteitsMonitor en onderzoekers van de Universiteit Utrecht een praktische handreiking uit om organisaties te ondersteunen bij het meten van de effectiviteit van hun beleid. Hierin staan concrete aanbevelingen en verschillende manieren om de effectiviteit te meten.

Slechts een klein deel van de organisaties meet de effectiviteit van hun initiatieven

Organisaties laten veel potentie onbenut wanneer het gaat om het meten van de effectiviteit van hun initiatieven. Uit de resultaten van de Nederlandse InclusiviteitsMonitor blijkt namelijk dat er niet of maar heel weinig wordt gemeten. Dit geldt voor alle beleidsdomeinen die de Nederlandse InclusiviteitsMonitor onderscheidt. Door niet te meten weten organisaties dus niet of zij daadwerkelijk effectieve maatregelen inzetten.

“We weten uit onderzoek dat anti-bias trainingen vooroordelen soms juist verergeren. Dat wil je zo snel mogelijk boven tafel krijgen om erger te voorkomen en aanpassingen te kunnen doen. Effectiviteitsmetingen zijn daarom van cruciaal belang.”

Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn, Universiteit Utrecht

Hoe nu verder?

Het onderzoek van de Nederlandse InclusiviteitsMonitor en de Universiteit Utrecht biedt inzicht in de mogelijkheden die organisaties hebben voor het meten van de effectiviteit van hun initiatieven. De gepubliceerde handreiking beschrijft de te doorlopen stappen: van het formuleren van het doel tot het maken van een actieplan. De stappen worden vervolgens verder uitgewerkt in een stroomschema dat aandacht besteedt aan de verschillende meet- en evaluatiemethoden. Het schema helpt bij het stellen van de juiste vragen en het kiezen van de passende meetmethode. Tot slot, biedt de handreiking concrete voorbeelden voor de beleidsdomeinen instroom, inclusie, doorstroom en uitstroom.

Het is cruciaal dat organisaties de effectiviteit van hun initiatieven beter gaan meten. Daarmee krijgen zij beter zicht op welke initiatieven wel en niet werken of welke initiatieven elkaar tegenwerken. Zo kunnen werkgevers tijdig bijsturen en gerichte maatregelen treffen om diverser en inclusiever te worden.